vrijdag 26 oktober 2012

Halloween

Deze week en vooral vandaag hebben we lekker 'gegriezeld' in de klas!
 
We tekenden enge halloweentaferelen die we tot leven brachten met vele witte ogen.
Kijk maar eens hieronder:

















Ook knutselden we pompoenen in alle soorten en maten. Voor meer klik hier!










We stelden de gekste griezels samen door telkens onze tekening door te geven aan elkaar. Onze griezels linkten we dan aan meneer en mevrouw Griezel uit het boek De Griezels van Roald Dahl. We verzonnen ook echte streken net zoals meneer en mevrouw Griezel en dit allemaal onder het allesziende oog van de juf die zelf was omgetoverd tot een echte heks!

Gelukkig hebben we de Hex Hunters niet moeten inschakelen.
(Shht, niet verklappen wie de Hex Hunters zijn! Dat is ons geheimpje...!)


Alvast een heerlijke en ontspannende vakantie toegewenst en vele griezelige groezelige groetjes
van jullie opperheks juf Aafke

woensdag 24 oktober 2012

Week van het bos: Ernstig leuk!

De bever
Wat eet hij: hij eet de bast van houtige gewassen en wortelstokken. Waar woont hij: hij woont aan stilstaand water bij bossen.
Wat doet hij in de winter: hij maakt een wintervoorraad en verbergt zich in zijn burcht.
En wij vonden de bever speciaal omdat hij een
hele boom per uur kan omknagen!!

Sine,Ruben en Mathijs


De aardworm
De aardworm is een soort van worm. Het bestaat uit kop en staart (en het zadel).
Ze eten dode delen van planten en dieren dat ze in de grond vinden en eten ook grond terwijl ze een gang graven. Hij zoekt zijn voedsel. Hij woont onder de grond en houdt een winterslaap. Het was keileuk, we hebben veel mooie dieren leren kennen!

Stien, Raïssa en Jonas



De buizerd
De buizerd eet kleine zoogdieren (vb. konijnen), insecten en aas. En in de winter vooral wormen. In de winter komen meer buizerds naar hier omdat het hier iets warmer is dan waar ze normaal leven. De belangrijkste doorsoorzaak in de winter is uitputting. Hij leeft in een nest hoog in de bomen. De buizerds zijn standvogels. Ze leven dicht bij velden, akkers, aan de rand van het bos. We vonden het leuk omdat we veel hebben bijgeleerd over de dieren en omdat het er mooi was.

De aalscholver
De aalscholver woont in dode bomen. Zijn voedingsmiddel is vis. De aalscholvers van België trekken weg naar het zuiden. Maar de aalscholvers uit Nederland brengen de winter door in België. We vonden het leuk, omdat we veel dingen bijleerden over dieren.
Verslag gemaakt door: Eline, Emma, Lucas



De vos
Donderdag, 18 oktober 2012 zijn we naar het “privé”-bos van Ernst geweest.
De vos wil niet te dicht zijn bij het water, anders loopt zijn hol onder water. De vos eet kippen, konijnen, bessen, vogels, insecten, eieren. De vos houdt in de winter een winterslaap. De vos woont in een hol.
Wij vonden het leuk, alleen dat het heel nat en modderig aan de voeten was. Wij hebben heel veel bijgeleerd, want we wisten niet veel over de familie van de vos. Wij wisten niet dat de vos bij zijn vossenhol uitgangen had. Hij had een nooduitgang voor als er vijanden bij de ingang van het hol zijn, kan hij nog uit het hol ontsnappen.
Emilyne, Sarah, Jef


Ijsvogel
Ons dier is de ijsvogel. Hij eet vooral vis (max. 10 cm lang). Maar hij eet ook kleine insecten. In de winter probeert hij nog steeds visjes en insecten te vangen. Maar omdat het water bevroren is, sterft er een groot aantal ijsvogels, wat jammer is omdat het zo een mooie vogel is. Meestal leeft hij in een boom dicht bij het water of in het broedseizoen leeft hij in een holletje aan de oever. Het was echt leuk. We hebben de ijsvogel echt gezien.
Dit was het verslag van Hannah, Maarten en Lennert.
De groene specht

M: De groene specht eet insevten, wormen en bessen. Hij is dol op rode mieren. Hij vindt zijn prooi op de grond, op planten en tussen gras. Hij maakt een wintervoorraad. Hij leeft in oude bomen in de lucht en op de grond.
H: Hij leeft in oude bomen, in de lucht en op de grond. Hij maakt zijn nest in een hol van een boomstam. Hij leeft overdag.
J: De tong van de specht is 10 cm lang. M H J : We vonden het heel interessant en leuk.
We hebben veel bijgeleerd.

De poelkikker

De poelkikker eet insecten, spinnen en slakken. Hij vindt zijn voedsel in de sloot of in drinkpoelen. In de winter kruipt hij onder de modder. Hij woont in het water of op het land. We vonden het beestig leuk!

Anne-Lore, Justine en Jitse






De egel

De egel is een zoogdier. Hij eet insecten. Hij verzamelt eten en eet het op vlak voor zijn winterslaap begint. Dan slaapt hij tot het zomer wordt in het bos. We hadden een huisje gemaakt van stro op afgekapte bomen. Er kon geen regen binnen. Het was lekker knus. We vonden het superleuk.

Elien, Thibault en Laurens.



Voor meer foto's: klik hier!

dinsdag 16 oktober 2012

Gedichten hier en ginder

HERFST FEEST

Paddestoelen, beukenootjes,
dwarrelblaadjes, rood en geel.
Buiten vind je al die schatten van de herfst, zoveel, zoveel.
Regenvlagen, hagelbuien,
pijpenstelen, hondenweer.
Maak een paraplu van blaadjes
en geen druppel raakt je meer .
Spinnenwebben, nevelslierten,
de geheimen van de mist.
Wie dit feest niet mee wil vieren
heeft zich in de hefst vergist.

Matteo Vandezande

Er is iets mis !

Op stille tenen
Loop ik met bibberende benen
Naar de enge badkamer

Drup, drup hoor ik uit de kraan
Ik kijk met het licht van de maan
Het is de kraan van de douche
Er is iets mis, er is iets louche

Bang loop ik er naartoe
Met mijn lichaam nog half moe
Trek ik de gordijn open en ontdek
De douche is helemaal niet lek

Was het inbeelding misschien ?
Dat kan gebeuren met Halloween !

Lennert Niclaes



Versje dat nooit afgelopen is

Vraag ik aan mijn vader wat hij weet,
wat hij vergeet van wat hij deed
of niet deed wat ik doe,
dan zegt hij: kind, ga jij vandaag
met deze vage rare vraag
maar naar je moeder toe.

Vraag ik mijn moeder wat ze ziet
en wat ze vindt van wel of niet
wanneer ze wil of kan,
dan zegt ze: kind, je bent er pas,
vraag dat de juffrouw van de klas
die weet daar alles van.

Vraag ik de juffrouw wat ze wou
en of het is als wezen zou
of zonder en gezeur,
dab zegt ze: kind, dat duurt te lang,
ga jij maar even naar de gang
en vraag de directeur.

Vraag ik de directeur wat kan,
wat goed is, mag of moet daarvan,
dan zegt hij: kind, ik heb geen tijd,
dus vraag dat bij gelegenheid
je eigen vader maar.

Vraag ik aan mijn vader wat hij weet,
wat hij vergeet van wat hij deed
of niet deed wat ik doe,
dan zegt hij: kind, ga jij vandaag
met deze vage rare vraag
maar naar je moeder toe.


Vraag ik mijn moeder wat ze ziet
en wat ze vindt van wel of niet
wanneer ze wil of kan,
dan zegt ze: kind, je bent er pas,
vraag dat de juffrouw van de klas
die weet daar alles van.

Vraag ik de jufrouw...

Maud verstaeten